Zout
1650
Alleen al voor het conserveren en op smaak brengen van haring had de Nederlandse economie jaarlijks enorme hoeveelheden zout nodig. In een wereld zonder koelkasten en weinig smaakstoffen was zout onmisbaar. Met zout kon niet alleen haring maar ook vlees of vis veel langer goed gehouden worden. Nederlandse schepen haalden zout uit Frankrijk, Spanje, Portugal en het Caribisch gebied. De afgebeelde schepen bevinden zich waarschijnlijk aan de noordkust van Zuid-Amerika. Daar werden met schoppen natuurlijke zoutafzettingen afgestoken.
3 keer bekeken