_
Wim Quist is een architect die oog heeft voor de relatie tussen gebouw en omgeving en dat hij niet alleen belang hecht aan de uitstraling van het gebouw, maar de functie centraal stelt, ervaren wij als heel positief. Samen bezochten we het stuk land waarop het depot gebouwd wordt, 'ons landje'. We hebben daar de sfeer van de omgeving geproefd en gepraat over het soort gebouw dat er zou passen. Het was duidelijk dat Wim Quist zich direct een beeld vormde. In de periode erna hebben Quist en de medewerkers van Bureau Quist-Wintermans minutieus gekeken naar de logistiek in en om het gebouw. Voortdurend keken zij met ons welke relaties er zijn tussen functies en ruimtes, hoe de collectie in het gebouw zou passen en wat de consequenties zijn van bepaalde vormen.
Er is een gebouw ontstaan dat zoveel meer is dan de afgesloten doos waar wij binnen het museum wel eens gekscherend over spraken. Quist zelf heeft het gebouw wel eens de burcht aan het IJ genoemd. Voor ons is het een schatkamer waar we straks heel efficiënt maar ook heel prettig kunnen werken aan het behoud van de collectie en waar alle voorwerpen kunnen worden opgeborgen volgens de huidige standaarden voor collectiebeheer.
In de afbeelding zie je een aantal schetsen uit het schetsboek van Wim Quist. Zij geven zijn eerste ideeën voor het gebouw weer. In de gekleurde afbeelding zie je een impressie van hoe het gebouw er straks uit zal zien. De foto is genomen op de eerste dag dat museummedewerkers samen met Wim Quist het toekomstige bouwterrein bezochten.
Depotgebouw ontworpen door architect Wim Quist
Door middel van een Europese aanbestedingsprocedure ging het AHM in 2006 op zoek naar een architect voor het depotgebouw. Er waren meerdere inschrijvingen, Bureau Quist-Wintermans werd uiteindelijk geselecteerd. Wim Quist zelf ging aan de slag voor het ontwerp. Hij is onder meer bekend van het kantoorgebouw Willemswerf in Rotterdam en heeft veel ervaring opgedaan met museale gebouwen. Zo ontwierp hij de Philipsvleugel van het Rijksmuseum, het museum Beelden aan Zee, Maritiem Museum Prins Hendrik in Rotterdam en de uitbreiding van Museum Kröller Müller. Zo veel ervaring in museumland gaf ons veel vertrouwen.