Kees Rotgans, Roland de Weert en Gerhard Broers onderzochten de band tussen Ajax en de wijk Watergraafsmeer. Dit deden ze vanuit het werkcollege sportgeschiedenis gegeven door Professor Th. Steven. Op het Geheugen van Oost wordt hun scriptie uitgelicht. Het onderzoek duikt in het verleden van de bekende voetbalclub Ajax, die vele successen heeft weten te behalen. Wekelijks kun je hier meer te weten te komen over Ajax en de band met zijn stadswijk.
sTELLETJE Amateurs
Ajax en Watergraafsmeer
DE GESCHIEDENIS VAN DE CLUB VANAF DE JAREN '50
Ontwikkeling van AJAX als profclub in de periode 1950-1980
In de jaren ’50 was Ajax zoals alle clubs in Nederland een amateurclub. Op de hoeken van het stadion stonden huisjes die bewoond werden door Ajacieden, onder andere de terreinknecht Ome Jan en zijn vrouw Stijn Lenz. Zij zijn het toonbeeld van de amateurclub Ajax. Ome Jan was een manusje van alles die steevast op klompen liep en een pet op had. Zijn vrouw deed de was en zorgde dat voor iedere wedstrijd de shirtjes en broekjes schoon waren. Deze was hing ze te drogen in vak A omdat het daar altijd waaide. Maar dit beeld van Ajax zou veranderen.
Eerste stap richting profvoetbal
In seizoen 1950-1951 werd de eerste stap gezet richting profvoetbal. Een landelijke competitie bestond nog niet. Er werd nog altijd in districten gespeeld. De eerste klasse clubs werden het na veel overleg niet eens over welke ploegen in zo’n landelijke hoofdcompetitie moesten gaan spelen. Driekwart van de clubs moesten dan namelijk in een lagere competitie uitkomen. De indeling van zes districten werd losgelaten voor een indeling van een noordelijke en zuidelijke helft waarbinnen clubs onverschillig hun geografische ligging werden ingedeeld. Er waren nu nog vijf districten in plaats van zes. De seizoenen daarop werd de competitie opnieuw aangepast.
Vitesse en Enschede
In seizoen 1951-1952 werd het aantal afdelingen teruggebracht van vijf naar vier districten. Elk district werd echter wel uitgebreid met twee clubs. Voor het eerst moest Ajax gaan spelen tegen clubs als Vitesse en Enschede. De nieuwe opzet van de competitie kreeg de bijnaam ‘reis en trekafdeling’. Deze nieuwe opzet kan als een eerste stap worden gezien naar het invoeren van een professionele competitie hoewel spelers, organisatie en mentaliteit nog amateuristisch waren zowel bij Ajax als bij de andere clubs in Nederland. Tekenend voor de amateuristische manier van besturen was dat het elftal van Ajax werd samengesteld door een elftalcommissie, bestaande uit bestuursleden en de Engelse trainer van Ajax Jack Reynolds
Grondlegger van AJAX Jack Reynolds
Jack Reynolds was een Engelsman die heel veel heeft gedaan voor Ajax. Met tussenpozen was Reynolds zesentwintig jaar trainer van Ajax. Een van de tussenpozen was de Tweede Wereldoorlog waarin hij (hij was immers Engels) vijf jaar geïnterneerd is geweest. Hij introduceerde in 1915 revolutionaire trainingen (krachttraining, bal spelen over de grond) en methodes die spelers nog nooit gezien hadden. De nadruk lag bij hem op techniek, iets wat nu deel uitmaakt van de huisstijl van Ajax. Reynolds was zelf prof geweest in Engeland en kwam toevallig bij Ajax terecht. Hij leidde de club naar de eerste klasse en naar de gouden periode in de jaren dertig. Reynolds was in zijn eentje zowel de technische staf, het scoutingapparaat en de medische begeleiding. Hij trainde alle elftallen van de welpen tot aan het eerste. In de jaren ’20 werd de basis gelegd voor het jeugdsysteem van Ajax. Van ’s ochtends acht tot tien uur ’s avonds werd bij iedere leeftijdsgroep in dezelfde stijl getraind. Hij stond langs de lijn bij schoolvoetbaltoernooien en verzorgde spelers tijdens en na wedstrijden. Reynolds kan gezien worden als grondlegger van de topclub Ajax en zijn voetbal. De principes van het Ajax voetbal namelijk techniek, balcirculatie, teambuilding en discipline zijn allemaal onder hem geïntroduceerd. Michels, Cruijff en zelfs Van Gaal innoveerden maar, behielden elementen van het systeem van Reynolds.
Klik hier om de rest van de scriptie te lezen op het Geheugen van Oost.
13 keer bekeken