Vierhonderd jaar geleden, op 19 mei 1612, werd het laatste water uit het Beemstermeer weggemalen en viel de zo ontstane polder De Beemster na vijf jaar pompen echt helemaal droog. Dit voor die tijd uitzonderlijke staaltje van Nederlands ondernemerschap wordt dit jaar uitgebreid herdacht met allerlei festiviteiten en activiteiten. Zo is er op 18 en 19 mei de Beemster Ringdijkfietstourtocht, waar iedereen aan kan meedoen. Zie hiervoor de speciale website Beemster 400 jaar.
#020today: De Beemster
400 jaar droog
Door inklinking van het oorspronkelijke veen, diverse stormvloeden en afkalving ontstond in vroeger tijden ten noorden van Amsterdam een aantal grote meren. Het Beemstermeer was daar één van. Het meer was een echte waterwolf. Door de golfslag brokkelden de oevers steeds meer af en tijdens zware stormen braken de dijken geregeld door. Dit vormde een gevaar voor de omliggende steden en dorpen. In 1570 kwam het droogleggen van het Beemstermeer dan ook voor het eerst uitgebreid ter sprake, maar de toen bestaande techniek was nog niet toereikend voor het leegpompen van zo’n groot meer.
Rond 1597 werden opnieuw plannen voor het droogleggen opgevat, die tien jaar later dan eindelijk concreet werden met de oprichting van de Beemstercompagnie op 14 april 1607 in Den Haag. Hoge ambtenaren en rijke kooplieden waren hierbij betrokken. Ieder nam een aandeel in deze onderneming, uitgedrukt in ‘morgens’ land. Een ‘morgen’ is een oude Europese oppervlaktemaat van iets minder dan een hectare ofwel de grootte van een stuk land dat in één ochtend geploegd kon worden. De grootste deelnemer met bij elkaar 1150 morgens land was de Amsterdamse koopman Dirk van Oss, waarvan we hierboven een portret zien. Ook nadat een zware storm in januari 1610 de bijna droge polder weer had laten vollopen en enkele participanten afhaakten, hield Dirk van Oss vol. Onder zijn aanvoering werden nieuwe deelnemers gevonden en werd besloten het werk voort te zetten.
1 keer bekeken