Nu deze zomer de restauratie van het gevelstenenmuseum in de buitenmuren van het Amsterdam Museum is voltooid, trekken de stenen veel meer de aandacht van passanten. Maar liefst 47 gevelstenen zijn hier ingemetseld, nadat ze door sloop van een pand hun oorspronkelijke plek waren kwijtgeraakt. Onno Boers van de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen heeft onderzoek gedaan naar het verhaal achter deze stenen. Als voorbeeld volgt hier zijn verhaal over de kleinste gevelsteen van dit buitenmuseum, de steen D’3 Swarte Molle.
#020today: Gevelstenen
Verhaal achter gevelsteen D’3 Swarte Molle
Jan Teunisz Mol, van beroep schuitenvoerder en later schipper, laat na zijn overlijden in 1680 vier panden na, gelegen aan de noordzijde van de Reguliersdwarsstraat, tussen Vijzelstraat en Schapensteeg en een huis(je) in de Land van Beloftensteeg. De panden aan de Reguliersdwarsstraat waren de (huidige) nrs. 85 en 87, genaamd De Wijnsleper, gebouwd in 1666 (in 1875 door Suasso als ‘vervallen’ genoteerd), nr. 111 met De Drie Mollen in de gevel en nr. 113 genaamd T Huijs van Oostenburg.
Het pand De Drie Mollen (het huidige Reguliersdwarsstraat 111) was omstreeks 1600 gebouwd, want in een transportakte van 1608 wordt deze naam al gebruikt. Het pand had een achteruitgang naar het Land van Beloftesteegje, later de Blindemanssteeg genoemd. In 1645 koopt Jan Teunisz dit pand. Het is niet bekend of hij het pand D 3 Swarte Mollen, in de steeg pal achter De Drie Mollen heeft laten bouwen, maar het is zeer waarschijnlijk dat hij zijn naam Mol aan de gevelstenen ontleend heeft.
Het pandje in de Land van Beloftensteeg nummerde in feite Blindemansteeg 23 en had een gevelsteen met drie naar links kruipende mollen in een landschap met enkele bomen en op de onderrand de tekst D 3 SWARTE MOlle. De drie laatste letters van de tekst pasten niet op de onderrand en de steenhouwer heeft ze toen maar heel klein in de rechter zijrand gehakt.
Voor de bouw van de achterbouw van theater Tuschinski in 1920/21 werden onder andere de panden Reguliersdwarsstraat 111 (De Drie Mollen) en 113 (T Huijs van Oostenburg) afgebroken. Het is niet bekend of deze gevelstenen er toen nog waren. Het is niet waarschijnlijk, want ze worden nergens genoemd of afgebeeld. Het pandje in de Blindemansteeg viel ook ten offer, maar de steen met de drie mollen bleef bewaard en kwam, via de Vereeniging tot Behoud van Gevelsteenen in het muurtje aan het pleintje in de Sint Luciensteeg terecht. In hun herkomstenlijst staat Duvelshoek, maar dankzij Misset weten we dat het Blindemansteeg 23 was.
De Duvelshoek was het dichtbebouwde en door zes smalle stegen en diverse gangen doorsneden blok huizen tussen Vijzelstraat, Reguliersbreestraat, Reguliersdwarsstraat en Korte Reguliersdwarsstraat. Het was een gebied dat bij de stadsvergroting van 1585 binnen de veste was gekomen. De panden aan de noordzijde van de (huidige) Reguliersdwarsstraat keken uit op de stadsmuur.
Door de bouw van theater Tuschinski in 1920 en de Galeries Modernes in 1937 is de oude Duvelshoek onherkenbaar veranderd. De Land van Beloftensteeg is geheel verdwenen, de Suikerbakkerssteeg is een eng slop geworden met de nooduitgangen van Tuschinski en van de Sint Pieterssteeg en de Blindemansteeg zijn ook maar armzalige, niet toegankelijke restanten over.
Uit de sloop en sanering is wel een aantal gevelstenen gered. De steen met een vrouw bij een mand met turf en het onderschrift DE TVRFVVULSTER van Land van Beloftensteeg nr. 8 werd in 2007 ingemetseld op het Turfdraagsterpad en drie stenen zijn terechtgekomen in de collectie van het Amsterdam Museum. Het zijn een steen met een wapenschild van Blindemanssteeg 21, een steen met een wapen met drie schelpen en jaartal 1619 van Blindemanssteeg 19 en een steen met een kruis en het jaartal 1754 uit de Suikerbakkerssteeg.
Onno Boers, met dank aan Hans Brandenburg voor het huisonderzoek.
94 keer bekeken