Grasmaand

De maand april, ontleent zijn naam aan het Latijnse woord ‘aperire’, wat ‘openen’ betekent. Dit verwijst naar het seizoen waarin de bomen en bloemen tot bloei komen en zich weer openen. Het is niet voor niets, dat deze maand van oudsher ook wel grasmaand of kiemmaand wordt genoemd. April is deze keer dus niet vernoemd naar een Romeinse godheid, zoals dat bij de drie voorafgaande maanden wel het geval is. Wél was deze maand in de Romeinse tijd gewijd aan Venus, de godin van de liefde. Ter ere van haar vonden er in deze maand grote feesten plaats.

Casper Luyken, Aprilis, uit serie Twaalf maanden van het jaar, 1700. Gravure en ets, gouache. Collectie Amsterdam Museum A_44731

Casper Luyken, Aprilis, uit serie Twaalf maanden van het jaar, 1700. Gravure en ets, gouache. Collectie Amsterdam Museum A_44731

Serenade

De ontluikende liefde is ook het thema, dat Casper Luyken voor zijn maandprent April gekozen heeft. Heel romantisch brengt een charmant geklede man onder het raam van zijn geliefde een serenade aan haar. Volgens het gedicht onder de prent kan de man in deze lieflijke nacht niet slapen en daarom verstoort hij haar rust met zijn muziek. Hij zal dit dagelijks voor haar blijven doen, totdat zij in het ‘verenveld’ oftewel in bed genoeglijk samen zullen zijn.

De verliefde jongeman begeleidt zichzelf op een speciale luit, een aartsluit zo te zien. Deze heeft niet, zoals een gewone luit, een achterover geknikte knoppenkast. De muzikant, uit het welbekende ‘beroepen’-boek Het Menselyk Bedryf (1694) van Jan en Casper Luyken, bespeelt wel een gewone luit.

Casper Luyken naar Jan Luyken, De musikant, 1694. Ets uit Het menselyk bedryf. Collectie Amsterdam Museum, A_15813.jpg

Casper Luyken naar Jan Luyken, De musikant, 1694. Ets uit Het menselyk bedryf. Collectie Amsterdam Museum, A_15813.jpg

Het sterrenbeeld, dat in dit geval de stier zou moeten zijn en dat Casper Luyken bij de meeste maandprenten in een van de bovenhoeken heeft geplaatst, ontbreekt hier.

Cornelis Troost, April Straattafereel met aprilgrappen, 1742, gewassen pentekening. Collectie Amsterdam Museum TA 10327

Cornelis Troost, April Straattafereel met aprilgrappen, 1742, gewassen pentekening. Collectie Amsterdam Museum TA 10327

Aprilgrappen

De uitbeelding van de maand April door Cornelis Troost daarentegen is verbonden met de traditionele voor-de-gek-houderij op 1 april. De twee jongens hebben reuze lol. De één wijst op de vrouw die bij de boom staat te plassen. Iemand heeft een kruis op haar rug getekend. De andere jongen plast met een boogje in de mand van de op dat moment weerloze vrouw. De vrouw rechts heeft zonder het te merken een briefje met een ongetwijfeld spottende tekst op haar jak gespeld gekregen. En doet de pruikenmaker met de boosaardige grijns ook aan 1 april door een knecht de verkeerde de kant op te sturen?