Kees Rotgans, Roland de Weert en Gerhard Broers onderzochten de band tussen Ajax en de wijk Watergraafsmeer. Dit deden ze vanuit het werkcollege sportgeschiedenis door Professor Th. Steven. Op het Geheugen van Oost wordt hun scriptie uitgelicht. Het onderzoek duikt in het verleden van de bekende voetbalclub Ajax, die vele successen heeft weten te behalen. Wekelijks kun je hier meer te weten te komen over Ajax en de band met zijn stadswijk. Vandaag meer over de Wetbuurt die zowel een speelterrein was voor kinderen als Ajax supporters.
De Wetbuurt
AJAX en de band met de Watergraafsmeer
Bouwmaatschappij Buitenzorg begon omstreeks 1900 langs de Weesperzijde met de drie Boerenstraten. De Wetstraat, de Bothastraat en de Steinstraat werden alle drie vernoemd naar mannen die een belangrijke rol vervulden in de Tweede Boerenoorlog (1899-1902) in Zuid-Afrika. Om verwarring te voorkomen met de straten in de Amsterdamse Transvaal-buurt werden zij in 1922 omgedoopt tot Fahrenheitstraat, Réamurstraat en Celsiusstraat.
De Wetbuurt vormt door haar karakter een bijzondere buurt. Het was voor de kinderen een ideaal speelterrein: ‘Buiten de activiteiten om die door speeltuinvereniging Frankendael werden georganiseerd was de hele Wetbuurt ons speelterrein.’, aldus Peter Hendriks (1938). Het karakter wordt gevormd door de combinatie van kleine arbeiderswoningen en de grotere middenstandswoningen, die soms aan Berlage doen denken. Bovendien is het er groen en komt er geen openbaar vervoer: een ideaal rustoord.
Kooplui in de straten rond de Middenweg.
Rond de eeuwwisseling begon eveneens, vanaf de Oeterwalerbrug (vervangen door de huidige stenen brug uit 1924), de bouw van huizen door Amsterdamse particulieren. Hierdoor ontstond de fraaie buurt met de Hogeweg, de Bredeweg en de Linnaeuskade. Aan de andere kant van de Middenweg ontstonden de Wakkerstraat met de vele straathandel: ‘De koopman stond daar met een handkar en zijn roep "Gepiepte kastanjes" klinkt nog in mijn oren! [Henk de Koning (1942) red.]
Op zondagavonden verscheen er een krantenverkoper met de voetbaluitslagen: "De Cetem" roepend. Wij riepen dan: "Stop hem in je zak en vergeet hem.". Ook lag hier de Paul Krugerstraat die herdoopt werd en voortaan Zacharias Jansestraat heet. (De jeugd nam de scheidslijnen scherp voor gezonde krachtmetingen:
‘De achterliggende Bothastraat was altijd de "vechtstraat", d.w.z. wij uit de Krugerstraat voelden ons daarvoor te goed.’, aldus Hans de Vos geboren in 1937). Het doet denken aan het chique Amsterdam-Zuid en is de oudste buurt in de Watergraafsmeer waar veel doktoren, leraren en tandartsen zich vestigden. Het straatbeeld is gevarieerd en levendig doordat vrijwel elk huis door een andere architect gebouwd is. Voor de annexatie door Amsterdam, en nog enkele jaren daarna, werd alles nog aan particulier initiatief gelaten. De gebouwen werden gebouwd naar de draagkracht van de bewoners wat resulteerde in diverse huizenblokken.
Ringdijk
Dit valt nog beter op aan de Ringdijk waar op sommige plaatsen nog steeds achttiende, - of zelfs zeventiende-eeuwse huizen staan. Hiervoor moet men wel aan de westzijde wezen aangezien eerst aan de noord, vervolgens aan de zuid- en als laatste aan de oostzijde is gebouwd. Door de bouw van de Wetbuurt en in de ‘oude’ Watergraafsmeer steeg het bevolkingsaantal tussen 1817 en 1921 van 714 inwoners naar ruim tienduizend inwoners.
De Middenweg overigens, was in 1930 nog een zware alleé met hoge bomen met ineengevlochten kruinen. Maar een jaar later was dat gebeurd. Het leek wel alsof er een regiment genietroepen was langs gemarcheerd. De weg werd een brede boulevard waar oversteken een waagstuk werd. Dit door Lijn 9 of de Gooise Moordenaar, die door de buurt naar het stadion reed en op zondag afgeladen was met supporters.
Openbaar vervoer.
Vanaf 1 juli 1872 regelde de Amsterdamse Omnibus Maatschappij het Amsterdamse openbaar vervoer, zij verkreeg concessies voor de aanleg van tramwegen. In juni 1875 werd het eerste ‘paardenspoor’ in gebruik genomen. Nadat de concessies niet meer werden verlengd ontstond het Gemeentetrambedrijf dat vanaf 1900 zou beginnen met ‘gastrams’ en in de jaren daarop het netwerk geschikt zou maken voor ‘elektriciteit’. Vanaf 1912 zouden er ook bussen gaan rijden.
Het gevolg was dat door het verbeterende openbaar vervoer de supporters van heinde en verre naar Ajax konden komen: ‘Het was een ware volksverhuizing, de zondagmiddag. Lijn 9 zat vol met supporters. Massa’s mensen liepen over de Middenweg’. Voor de horeca, en de levendigheid van de buurt, kwam er zodoende altijd wel beroering op de zondagen van de thuiswedstrijden. Als je van voetbal hield, dan zat je in de buurt goed met de thuiswedstrijden en anders moest je maar een dagje uit.
Klik hier om de rest van de scriptie te lezen op het Geheugen van Oost.
56 keer bekeken