Voorpagina collectieboekje 'Ondersteboven.

Historische onderkleding' van het Amsterdam Museum.

All rights reserved
Modemuze schreef een prijsvraag uit naar aanleiding van de publicatie van het collectieboekje Ondersteboven. Historische onderkleding. Verschillende liefhebbers, re-enactors, costumières en historici hebben hun hoofd gebroken over de volgende vraag: welke bovenkleding werd er gedragen bij de hieronder getoonde tournure (afb. 3)? In deze blogpost onthullen we het antwoord op de vraag én zetten we de winnaars op een rij.

Van crinoline tot tournure

In de negentiende eeuw ontstond een silhouet met een slanke taille en een wijde rok. De crinoline werd dé manier om de wijde japonrokken te ondersteunen. Omstreeks 1870 was het silhouet van de crinoline overgegaan in dat van de tournure (afb. 1). De rokken waren steeds minder wijduitstaand en het volume verschoof geleidelijk naar de achterzijde van het lichaam. Ook in Nederland droegen modieuze vrouwen na 1870 geen crinolines meer.

Tournure van katoen, paardenhaar en metaal, onbekende vervaardiger, 1869, collectie Amsterdam Museum.

Tournure van katoen, paardenhaar en metaal, onbekende vervaardiger, 1869, collectie Amsterdam Museum.

Zoals bij de crinolines veranderde de tournuremode jaarlijks. Klein of groot en kort of lang. Er waren modellen van paardenhaar, imitatiehaardoek en katoen. Soms zelfs voorzien van een opspanbaar binnenwerk met stalen baleinen. Dit binnenwerk zorgde ervoor dat de tournures aan de achterzijde goed bleven uitstaan en niet inzakten onder het gewicht van de zware japonrokken met al hun stroken en strikken.

Volume

Gedurende de jaren zeventig werden de tournures steeds groter. Het hoogtepunt werd bereikt in 1875. Daarna platte het model weer af. Dit kwam door het model van de strakke kuraslijven en de sluike japonnen zonder taillenaad. Onderrokken met verschillende stroken ondersteunden de lange sleep van de japon.

Vanaf 1875 nam het volume van de tournures drastisch af. De platte vorm geeft een subtiele opvulling aan de rokken (afb. 2).

Tournure van katoen, paardenhaar en metaal, onbekende vervaardiger, 1876, collectie Amsterdam Museum.

Tournure van katoen, paardenhaar en metaal, onbekende vervaardiger, 1876, collectie Amsterdam Museum.

Bal- en avondtoiletten

De kleine, korte tournuremodellen waren geschikt voor onder de kleding voor in huis en op straat. Maar zij gaven onvoldoende ondersteuning aan de volumineuze bal- en avondtoiletten met lange slepen.

Onder bal- en avondkleding droegen vrouwen grote tournures, die meestal onderdeel uitmaakten van een onderrok. Aan de achterzijde hebben zij een lange sleep. Door de tournure in een onderrok te bevestigen was de kans op het verschuiven of afzakken klein.

In 1874 waren de tournures voor onder feest- en balkleding het grootst. Het onderstaande model rijst zelfs aan de achterzijde boven het tailleniveau uit (afb. 3). Dit effect verkreeg de naaister door een extra harmonicavormig deel op de rok te bevestigen. Ook dit deel is verstevigd met horizontale baleinen van staal. De stroken met geschulpte zomen geven extra volume. De voorzijde van de onderrok sluit met glazen knopen.

Tournureonderrok, onbekende vervaardiger, circa 1874, collectie Amsterdam Museum.

Tournureonderrok, onbekende vervaardiger, circa 1874, collectie Amsterdam Museum.

De twee elastieken inzetten in de tailleband zorgen ervoor dat de tournure niet te strak zit. De constructie van het binnenwerk met elastieken banden zorgt ervoor dat de sleep te allen tijde uit blijft staan. Dit is overigens geen kleding om veel in te gaan zitten. Vrouwen konden zich in deze tijd heel voorzichtig op één heup neervlijen op een poef of stoel. Hierdoor bleven de japon en de tournure goed zitten. Dit is een goed voorbeeld van “Wie mooi wil zijn moet pijn lijden!”

De naaister maakte deze tournure nog geheel op de hand. Dit is opmerkelijk omdat er in de jaren zeventig allang goed werkende naaimachines beschikbaar waren. Vermoedelijk is deze fraaie tournure gemaakt in Frankrijk.

Prijsvraag

Op Facebook publiceerde Modemuze een aankondiging van het collectieboekje met daaraan gekoppeld een prijsvraag. 38 mensen zonden een afbeelding in om mee te dingen naar de prijs: modeprenten, zelfgemaakte historische kostuums, schilderijen en zelfs een Disney-referentie werden getoond. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om binnen deze variatie aan antwoorden niet één, maar drie collectieboekjes weg te geven binnen drie categorieën: beste modeprent, beste re-enactment en beste museumkostuum. In deze volgorde, een bespreking van de winnaars:

Sanne Ramakers plaatste onderstaande modeprent onder de prijsvraag. Deze prent zat erg dicht tegen de datering van de tournureonderrok uit circa 1874 aan. Daarnaast zijn op deze prent twee dames in avondkleding afgebeeld: het binnenwerk van de tournurerok zorgde ervoor dat de lange sleep van een avondjapon goed uit bleef staan. De dames zijn goed van de zijkant te zien. Hierbij valt op dat de rok "aan de achterzijde boven het tailleniveau uitrijst." Deze elementen passen ieder goed bij de eigenschappen van de tournureonderrok.

'The Fashions', modeprent uit 'The Englishwoman's Domestic Magazine', januari 1875.

Ingezonden door: Sanne Ramakers.

All rights reserved
In de categorie ´beste re-enactment´ is het kostuum van Marja Elisabeth uitgekozen. De drapering van de bovenrok accentueert de opstaande achterzijde die net boven de taille uitkomt. Onder deze japon wordt naar eigen zeggen een grande bustle van Truly Victorian gedragen. Één van de verschillen tussen de bustle en de getoonde tournureonderrok is het extra harmonicavormige deel dat aan de achterzijde, bovenin bevestigd is.

Het stofgebruik en de passementen voor de japon zijn erg mooi gekozen en zorgen voor een prachtig geheel.

Tournurejapon van Marja Elisabeth.

In 2016 gemaakt samen met het herenkostuum, ingezonden via Facebook.

Suzanne Hellenthal plaatste deze Parijse japon uit circa 1874 uit de collectie van het Philadelphia Museum of Art. Het silhouet met lange sleep is op deze foto goed te zien. Bovendien is de datering correct én is de japon ook gemaakt in Frankrijk, waar de tournureonderrok vermoedelijk ook gemaakt is.

Emile Pingat, japon, circa 1874 uit de collectie van het Philidelphia Museum of Art.

Ingezonden door Suzanne Hellenthal. Op de website van het museum is een uitgebreidere beschrijving van de japon te vinden.

Collectieboekje Ondersteboven – Historische onderkleding

De huidige verzameling van het Amsterdam Museum telt zo’n 170 objecten onderkleding voor vrouwen uit de achttiende tot en met de twintigste eeuw. Conservator mode en kostuum van het Amsterdam Museum, Judith van Amelsvoort, en ondermode-expert Dirk-Jan List bekeken al deze objecten op de hand en hebben ze stuk voor stuk beschreven, gedateerd en gefotografeerd. De meest bijzondere objecten zijn gebundeld in het nieuwe collectieboekje Ondersteboven – Historische onderkleding.

Dit boekje is onderdeel van een reeks collectieboekjes die het Amsterdam Museum vanaf 2013 uitgeeft. De boekjes zijn in de webwinkel collectieboekjes.amsterdammuseum.nl te bestellen.

Tekst: Dirk-Jan List en Judith van Amelsvoort

Meer lezen over onderkleding

De website van medeauteur Dirk-Jan List staat vol met informatie over de geschiedenis van ondergoed: www.dirkjanlist.nl. Kijk onder het kopje Digitaal Museum HiLiCoN voor meer informatie.