Onlangs wist het Amsterdam Museum een schilderij van Rob Møhlmann uit 1980 te verwerven met als titel Spuistraat, ter hoogte van nr. 248. Dit deel van de Spuistraat stond destijds in het teken van afbraak. Als je daar nu loopt, zie je nieuwe bebouwing staan tussen de nummers 240 en 260. Het schilderij is kenmerkend voor de manier van werken van Rob Møhlmann in die periode.
#020today: Spuistraat 1980
Werk Rob Møhlmann museumaanwinst
In het autobiografische boek Scherpschilder aan de rand van de realiteit (Amsterdam 1998) blikt Rob Møhlmann in het hoofdstuk ‘Amsterdam 1977-1988’ ook openhartig terug op het begin van de jaren tachtig:
“Met de oogbevallige landschapjes was het eveneens gedaan. Het was nu de stad, die zich als realistisch onderwerp aan mij opdrong. In een jaar tijd maakte ik zo’n tien pentekeningen van gehavende stukjes stad. Al die plekjes zijn er al lang niet meer. En tegelijkertijd begon ik dat soort buurten ook te schilderen. Niets vond ik zo mooi als de kaalgeslagen muren, de stinkende bouwputten, de schuttingen, de gescheurde plakkaten, kortom: het lelijke.”
“In januari van het jaar 1981 werd het krakerspand De Grote Wetering ontruimd. Nadat alle stofwolken weer waren neergedaald, zoefde ik op mijn brommertje naar het imposante bouwwerk. Het was zondagochtend en het had geregend. De straat was leeg en stil. Alle andere plekken die ik had geschilderd waren al jaren bezig met hun verval, maar deze neergang had zich in een oogwenk voltrokken. Het schilderij dat ik ervan maakte belandde, naar het schijnt, bij de advocaten van de krakers.”
“Afbraak, aftakeling, verloedering: waar was ik mee bezig? Natuurlijk, het had zijn volstrekt eigen charme, maar in welke mate was het reëel? Probeerde ik niet de realiteit te vangen in extremen en was dat dan nog wel echt ‘werkelijkheid’ te noemen? Wat was er bijvoorbeeld in dat opzicht mis met mijn eigen straat, die doodgewone Rustenburgerstraat?”
Het nadenken over zijn directe woonomgeving leidde tot enkele schilderijen waarin hij die omgeving uitbeeldde, gezien vanaf het dak van het pand waarin hij woonde. Eén van die schilderijen is het minutieus geschilderde werk Perspectief uit 1981/82 waarin we uitkijken op de achterbalkons van de Hendrick de Keyserstraat.
“Dit was heuse werkelijkheid, hier huisde het leven. Ik besloot het deze keer heel groot aan te pakken en spande een stuk linnen van 121 bij 201 cm. op een groot spieraam. De horizon sneed ik uit mijn compositie en ook de begane grond bleef net buiten beeld. Om meerdere redenen noemde ik het Perspectief.”
“Ik concentreerde me op het wel en wee van ieder balkon, waarbij ik me één vrijpostigheidje permitteerde ten aanzien van de werkelijkheid: een kennis kwam langs met een verse baby. Via een tekening die ik van dat ventje maakte, belandde hij op één van de bovenste balkons. Laura (zijn partner – red.) stond daar overigens echt een sigaretje te roken en ook de buurvrouw, geheel rechtsboven, gluurde wantrouwens vanachter haar gordijnen.”
Het schilderij van Møhlmann van dit tafereel in de Pijp werd in 1983 door het Amsterdam Museum aangekocht. Nu heeft het dus goed gezelschap gekregen van zijn stadsgezicht van de Spuistraat, eveneens uit begin jaren tachtig.
3 keer bekeken