Kees Rotgans, Roland de Weert en Gerhard Broers onderzochten de band tussen Ajax en de wijk Watergraafsmeer. Dit deden ze vanuit het werkcollege sportgeschiedenis gegeven door Professor Th. Steven. Op het Geheugen van Oost wordt hun scriptie uitgelicht. Het onderzoek duikt in het verleden van de bekende voetbalclub Ajax, die vele successen heeft weten te behalen. Wekelijks kun je hier meer te weten te komen over Ajax en de band met zijn stadswijk.
Het arme Amsteldorp
AJAX en de Watergraafsmeer
NA 1945: DRIE NIEUWE TUINDORPEN. DEEL 1: AMSTELDORP
Na de Tweede Wereldoorlog, die op het dagelijkse leven van grote invloed was, werd met de bouw van drie tuindorpen uit het Uitbreidingsplan Watergraafsmeer (1934) begonnen. De drie nieuwe wijken waren Amsteldorp (tussen Amstelstation en Wetbuurt) in 1948, Tuindorp Frankendael, in de volksmond Jeruzalem genoemd, (tussen de Hugo de Vrieslaan en de Kruislaan) in 1950 en als laatste Middenmeer (tussen de Johannes van der Waalsstraat en de Kruislaan) van 1958 tot 1960. Het was het eerste stedelijke uitbreidingsplan waaraan grondig onderzoek aan vooraf was gegaan.
Woonfuncties
De stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren hield zich aan de vier functies waaraan een woonwijk moest voldoen: wonen, werken en ontspanning, met verkeer als verbindende functie. Woonwijken werden zodoende dichtbij de werkcentra geplaatst en de scheiding vond plaats door ontspanningsgebieden. Zijn ‘licht, lucht en ruimte’-filosofie was zijn tijd ver vooruit. De nieuwe opzet werd als een compensatie gezien van de oudere stadsdelen die hun contact met de natuur verloren waren. Er kwam veel groen, niet alleen gras en bloemen, maar ook bomen en heesters. Van 1931 tot 1967 zou het aantal hectares gereserveerd voor groen (parken, bos, plantsoenen, gazons, volks- en schoolwerktuinen) stijgen van bijna 423 hectare tot bijna 1060 hectare.
Woningnood
Toch was de uitbreiding van Amsterdam niet de eerste prioriteit na de Tweede Wereldoorlog. In een proclamatie van de toenmalige burgemeester S.J van Lier na de bevrijding lezen wij: "De toestand van de burgerij is slecht. Er is geen voedsel, geen kleding, geen schoeisel, geen vervoergelegenheid. De haveninrichtingen zijn vernield, het vliegveld is verwoest, de industrie is leeggeroofd en lamgelegd. Alles stelselmatig veroorzaakt door de Duitse bezetting." Men moest dus eerst het dagelijkse leven in de stad op gang zien te brengen met alle mogelijke middelen. Desondanks ontstond spoedig woningnood. Tijdens de oorlog werden er nauwelijks huizen bijgebouwd en vele huizen waren ruïnes geworden door oorlogshandelingen. In 1948 werd het aantal woningen dat nodig was, in een bestek van twaalf jaar, geschat op 84.000. Hiermee is geen rekening gehouden met het aantal oude woningen dat eventueel vervangen moest worden. In dit licht zijn de nieuw ‘dorpen’ ontstaan.
Amsteldorp
Op het eerste gezicht is Amsteldorp (1948) omgeven door groen en vooral bebouwd met eengezinswoningen. De armoede van de jaren van de Wederopbouw ziet men terug in het dorp. Door de oorlog waren namelijk nog niet alle materialen voorhanden. De aanvoer van baksteen kwam namelijk moeizaam op gang en zou pas rond 1952 weer op peil zijn. De betonvoorziening herstelde zich sneller. Van de 484 woningen zouden er in 1947 al 55 gereed zijn voor bejaarden. Net als 32 andere woningen. De overige 397 werden afgeleverd in 1948, na een stagnatie in de bouwactiviteiten door financiële problemen bij de aannemer. Het is een rustig en vriendelijk woongebied van een beperkte omvang. Net als in Betondorp wonen er dan ook veel bejaarden, die er niet over peinzen om te verhuizen. Het leven voor hen is daar goed met alle sociale contacten in de winkeltjes. Er heerst een gemoedelijke en ontspannen sfeer, aldus J.H.Kruizinga.
Klik hier om de rest van de scriptie te lezen op het Geheugen van Oost.
180 keer bekeken