De afgelopen weken zijn medewerkers van het Amsterdam Museum de stad in gegaan om bij allerlei plekken waar Turkse Amsterdammers regelmatig komen een postertentoonstelling, gemaakt door studenten van Yasar University in Izmir rond te brengen. De Fietsfabriek stelde een bakfiets ter beschikking.
Amsterdam Museum buiten de muren
Een postertentoonstelling voor winkels, moskeeën en koffiehuizen
Günes Forta vergezelde ons op veel van de fietstochten. Ze komt uit Istanbul en studeert nu in Amsterdam art studies. Ze wilde graag een maand stage lopen bij het museum, omdat de manier waarop een stadsmuseum contact probeert te leggen met allerlei groepen in de stad in Turkije nog erg ongebruikelijk is. Voor ons was het fijn om iemand erbij te hebben die Turks spreekt en tegen wie mensen weer andere dingen vertelden dan tegen mensen van het museum.
"We werken altijd"
Voor veel middenstanders is het bezoeken van een museum lastig. "We werken altijd", zeiden ze, ‘We hebben helemaal geen tijd om naar een museum te gaan’. De meesten wilden graag de posters ophangen in hun winkel. Naar aanleiding van de posters kwamen er allerlei verhalen naar boven: over (groot)vaders die ook naar Nederland waren gekomen om te werken. Een gemeenteambtenaar vertelde over haar grootmoeder die een pension voor buitenlanders had en uiteindelijk trouwde met een van haar Turkse pensiongasten. Sommigen mensen herkenden de zangeres Karsu of hadden zelf gevoetbald bij vereniging AGB.
"Een gebedsruimte in de groothandel"
De posters kwamen op allerlei plekken terecht: op het vriesvak, tegen de toonbank aan, tussen de bloemen. En wij vonden het bijzonder om op allerlei (onbekende) plekken in Amsterdam terecht te komen. In een koffiehuis met melancholische Arabesquemuziek en een muur vol vlaggen van alle beroemde Turkse voetbalclubs, maar ook een slinger met oranje vlaggetjes. Een van de meest bijzondere plekken was groothandel El Hoceima op het Food Center. "Dat klinkt Marokkaans" zei ik tegen Günes. "Ja, maar er hangen advertenties voor Kerim, dat is een Turks merk". We gingen naar binnen met de posters en folders. Het bleek een geheel gemengde zaak te zijn. De Marokkaanse eigenaar had net een fabriek in Turkije had overgenomen. De helft van het personeel is van Marokkaanse en de andere helft van Turkse afkomst. "In één zin spreken we soms vier talen door elkaar". Midden in de zaak tussen de palets met conservenblikken en alcoholvrij bier bleek een kleine gebedsruimte te zijn, met een fraai betegelde entree.
En zo werd een activiteit om de Turkse gemeenschap te wijzen op onze tentoonstellingen over de Levantse handel, en de Nederlandse en Turkse pioniers, een ontdekkingstocht in eigen stad.
15 keer bekeken