In de dagen die voorafgaan aan dit hoge bezoek wordt de stad opgepoetst. Er worden erebogen opgericht, bruggen versierd, gevels met guirlandes van eikenblad getooid, de Franse vlag gaat in top en de zilveren stadssleutels en het rode kussen liggen klaar om overhandigd te worden. De Keizer en keizerin worden gefêteerd op bals, theatervoorstelling en een sensationeel vuurwerk. Amsterdam is op haar best.

Dan breekt de grote dag aan: de zon schijnt, de burgemeester en zijn adjuncten in rokkostuum gestoken wachten het keizerlijk paar op, de klokken luiden er is muziek, er zijn bloemen en langs de hele route staat rijen dik, een uitzinnig publiek. Bij aankomst worden er kanonschoten afgevuurd en uit velen kelen klinkt: ‘Vive l’empereur’. Een ‘Blijde Intrede’, volgens het boekje, maar was deze intocht wel zo blij?

Napoleon was in tegenstelling tot zijn broer Lodewijk niet zo geliefd. Dat had alles te maken met de door hem uitgeroepen handelsblokkade (het Continentaal Systeem) tegen Engeland. De havens bleven leeg. De handeldrijvende natie werd in haar hart getroffen. De stad werd armer en armer. Tot overmaat van ramp kwam Napoleon duizenden jonge, sterke mannen halen voor weer een slagveld, hetgeen de economie eveneens niet ten goede kwam.
In 1811 is Napoleon oppermachtig. Zijn reputatie neemt mythische proporties aan. Hij is een wetgever van formaat, een oorlogsstrateeg, die zijn weerga niet kent en liefhebber van kunst en wetenschappen.

De Hollandse nieuwsgierigheid wint het dan ook van het ongenoegen. Wie is deze Napoleon Bonaparte? Het bestuur heeft de Amsterdammers opgeroepen de keizer en zijn echtgenote vooral vriendelijk te ontvangen. En voor het geval dat dit niet voldoende mocht zijn heeft zij betaalde krachten ingehuurd om de keizer toe te juichen en met bloemen te bewieroken. Het publiek, betaald en onbetaald, speelt haar rol met verve.

En Napoleon? Napoleon geniet van alle aandacht. Zijn bezoek aan de stad is vooral een charmeoffensief. Hij wil in een goed blaadje komen bij de eigengereide Amsterdammers, maar hij wil tegelijkertijd ook zijn macht bestendigen en vooral ontzag inboezemen.
Is de keizer daarin geslaagd? Het antwoord ligt in de geschiedenis besloten.

Onderzoek en tekst: Suzette van 't Hof