Industriële revolutie

De negentiende eeuw is een periode van enorme industriële vooruitgang: op stoom aangedreven motoren doen hun intrede, elektriciteit en gas voor huiselijk gebruik worden geïntroduceerd. Het uiterlijk van de stad en het dagelijks leven van de burgers zullen daarmee voorgoed veranderen. Op straat worden gaslantaarns opgesteld. Aan het IJ meren de eerste stoomschepen aan.

Ook de directe omgeving van Amsterdam verandert veel. Van 1849 tot 1852 pompen de stoomgemalen 'Leeghwater' en 'Lijnden' samen met het gemaal de Cruquius, 800 miljoen kubieke meter water uit de Haarlemmermeer. Net als in de zeventiende eeuw behoren de Nederlanders in hun kennis en kunde omtrent waterhuishouding nog steeds tot de internationale voorhoede. Het gemaal houdt de ontstane polder droog tot 1912. Niet veel later wordt daar de luchthaven Schiphol geopend.

Piet Mondriaan, Paltrokmolen zonder wieken in de Schinkelbuurt, ca. 1898. Inv. nr. 315

Piet Mondriaan, Paltrokmolen zonder wieken in de Schinkelbuurt, ca. 1898. Inv. nr. 315

Piet Mondriaan woonde en werkte twintig jaar in de stad. Dit dorpsachtige beeld schilderde hij aan de rand van Amsterdam-West. Het gebied was in snel tempo aan het verstedelijken. Deze oude houtzaagmolen stond er nog wel maar was zijn wieken al kwijt.

In de loop van de eeuw wordt aardgas de meest gebruikte energiebron voor verlichting en verwarming. Aan de rand van de stad, langs de Haarlemmertrekvaart, wordt in 1883 door de Hollandsche Gazfabriek de Westergasfabriek gebouwd. Op het grote terrein verrijzen onder meer gashouders, kolenopslagplaatsen en een watertoren. Ook aan de Weteringschans bestond een dergelijk fabrieksterrein. 

Cornelis Springer, De bouw van twee gashouders van de Hollandsche Gazfabriek aan de Schans, 1847. Inv. no. SA_866

Cornelis Springer, De bouw van twee gashouders van de Hollandsche Gazfabriek aan de Schans, 1847. Inv. no. SA_866

In 1876 wordt het Noordzeekanaal geopend, dat Amsterdam in directe verbinding stelt met de zee bij IJmuiden. Deze verbeterde bereikbaarheid geeft de handel en de haven van Amsterdam een enorme impuls. Passagierschepen kunnen ook makkelijker in de haven aanmeren. Het stoomschip maakt het mogelijk om in drie weken Batavia, de kolonie Nederlands Indië, te bereiken.

Hobbe Smith, Gezicht op de Ertshaven en de Levantkade met schepen van de KNSM, 1913. Inv. no. SA 621

Hobbe Smith, Gezicht op de Ertshaven en de Levantkade met schepen van de KNSM, 1913. Inv. no. SA 621

In 1903 vestigde de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij (KNSM) zich op een eiland in het Oostelijk Havengebied. Op deze plek in het IJ lag aanvankelijk slechts een golfbreker, waar met bagger uit het Noordzeekanaal een eiland van is gemaakt. Hiervandaan vertrokken de stoomschepen naar de koloniën. Sinds de jaren 1990 is het KNSM-eiland een woonwijk.  

Vanaf 1889 heeft de stad een geheel andere entree dankzij het Centraal Station, aangelegd op drie kunstmatige eilanden in het IJ. Een snel uitdijend spoorwegnet verbindt de hoofdstad met de rest van het land en heel Europa. De tram wordt niet meer getrokken door paarden, maar aangedreven door elektriciteit.

Moderne vervoersmiddelen brengen de wereld dichterbij. Rond 1900 verschijnen de eerste auto's in het straatbeeld. Ook fiets doet zijn intrede. In 1916, met de oprichting van luchthaven Schiphol, ligt de wereld binnen handbereik In 1920 start de eerste lijndienst: Amsterdam-Londen. Er zijn dat jaar 440 passagiers.

Vincent van Gogh, De Ruijterkade te Amsterdam, 1885, Van Gogh Museum

Vincent van Gogh, De Ruijterkade te Amsterdam, 1885, Van Gogh Museum

De aanwassende industrie stimuleert ondernemers en vooruitstrevende initiatieven. Grote warenhuizen en bedrijven – waarvan sommigen (zoals Vroom en Dreesmann..) nog steeds bestaan - worden opgericht. Misschien wel het beste voorbeeld is de wereldberoemde bierproducent Heineken – een van Nederlands sterkste merken. In 1867 legde Anna Heineken de eerste steen van de brouwerij van haar zoon, Gerard Heineken. De zilveren troffel en het houten troffelbakje zijn onderdeel van de collectie Amsterdam. 

Troffel met troffelhouder gebruikt bij eerstesteenlegging Heineken brouwerij, 1867

Troffel met troffelhouder gebruikt bij eerstesteenlegging Heineken brouwerij, 1867

Koloniën

Jacob Cremer (1847-1923) heeft dankzij de inzet van Chinese koelies een fortuin verdiend met zijn tabaksplantage op Sumatra. Daarna is hij onder andere minister van Koloniën en president van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Op de tand is hij afgebeeld in ministerskostuum.