Maria trouwde op 9 september 1880 met Petrus Johannes Coovels (1850-1901), eigenaar van een bontweverij in Helmond. Het model van de jurk - met de lange nauwe mouwen, de kleine pofmouwtjes hier overheen en de bloezende voorkant van het lijfje - sluit niet aan bij de mode van 1880. Hoewel het niet ongebruikelijk was om een bruidsjapon te vermaken en op andere gelegenheden te dragen, lijkt de japon pas rond 1900 vermaakt te zijn.

Vrouwen zijn van oudsher in hun mooiste japon getrouwd en die was bij voorkeur kleurig. Alleen bruiden van vorstelijke huizen trouwen in zilverbrokaat of wit satijn. In de loop van de 18de eeuw volgden ook adel en rijke burgerij deze gewoonte. Pas in het begin van de 19de eeuw wordt trouwen in het wit gebruikelijker. Er ontstaat een uitgebreide etiquette met daarin voorgeschreven hoe men zich dient te gedragen en hoe men zich moet kleden. Net als de rouwjapon volgt de 19de-eeuwse trouwjapon de gangbare mode, al dienen ze beiden wel eenvoudig en ingetogen te zijn. Het aanvankelijke decolleté van trouwjaponnen wordt halverwege de eeuw hooggesloten. In het laatste kwart van de 19de eeuw is de modekleur zwart ook een geliefde kleur om in te trouwen. Vanaf 1880 valt een toename van bruidskleding in modetijdschriften op. De opkomst van de confectie-industrie en het grootwinkelbedrijf maken dat een groter publiek zich volgens de laatste mode gaat kleden.