In 1876 wordt het Noordzeekanaal geopend, dat Amsterdam in directe verbinding stelt met de zee bij IJmuiden. Deze verbeterde bereikbaarheid geeft de handel en de haven van Amsterdam een enorme impuls. Passagiersschepen kunnen ook makkelijker in de haven aanmeren. Het stoomschip maakt het mogelijk om in drie weken Batavia, de kolonie Nederlands Indië, te bereiken.

In de loop van de eeuw wordt aardgas de meest gebruikte energiebron voor verlichting en verwarming. Aan de rand van de stad, langs de Haarlemmertrekvaart, wordt in 1883 door de Hollandsche Gazfabriek de Westergasfabriek gebouwd. Op het grote terrein verrijzen onder meer gashouders, kolenopslagplaatsen en een watertoren. Ook aan de Weteringschans bestond een dergelijk fabrieksterrein. 

Vanaf 1889 heeft de stad een geheel andere entree dankzij het Centraal Station, aangelegd op drie kunstmatige eilanden in het IJ. Een snel uitdijend spoorwegnet verbindt de hoofdstad met de rest van het land en heel Europa. De tram wordt niet meer getrokken door paarden, maar aangedreven door elektriciteit.

Moderne vervoersmiddelen brengen de wereld dichterbij. Rond 1900 verschijnen de eerste auto's in het straatbeeld. Ook fiets doet zijn intrede. In 1916 wordt de luchthaven Schiphol geopend en in 1920 start de eerste lijndienst: Amsterdam-Londen. Er zijn dat jaar 440 passagiers.

Ook het maatschappelijk weefsel verandert mee met de tijd. De verstedelijking is alleen maar toegenomen, en daarmee het aantal arbeiders dat werkzaam is in de moderne industrieën. Eind negentiende eeuw komt de arbeidersklasse in heel Europa in beweging, en laat deze belangrijke maar … laag uit de bevolking zijn stem horen. Het Communisme krijgt ook in Nederland voet aan de grond, en er wordt getornd aan de principes/structuur van een hiërarchische samenleving. Nieuw opgerichte vakbonden komen op voor de belangen van werknemers en stellen de arbeidsomstandigheden aan de kaak. In 1894 wordt de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP) opgericht en krijgt de ‘gewone man’ een stem in de politiek. De SDAP eist onder meer scholing, werk en goede huisvesting voor iedereen. 

Met de aanstelling van de liberale wethouder Wim Treub (1858–1931) en de eerste socialistische wethouder voor Volkshuisvesting, Floor Wibaut (1859– 1936) waait er een nieuwe wind door het Amsterdamse stadsbestuur. De verbetering van de woon- en werkomstandigheden van het volk is prioriteit nummer één. De verkiezingsleus ‘Wie bouwt? Wibaut!’ is nog steeds beroemd. Belangrijke voorzieningen als gas, water en het telefoonnetwerk in handen van de stad, en worden zo gecentraliseerd en veralgemeniseerd.

Wethouder Wibaut laat krottenwijken slopen en stampt samen met zijn opvolger Salomon de Miranda en met de nieuw opgerichte woningbouwverenigingen hele volkswijken uit de grond. De socialistische stadsbouwmeester H.P. Berlage ontwerpt tussen 1914 en 1923? Een ambitieus plan voor een stadsuitbreiding aan de zuidzijde van Amsterdam: Plan Zuid. Hoewel de bouw vele jaren in beslag neemt worden er met de inrichting van de Rivierenbuurt, de Apollobuurt en Amsterdam Zuideramstel vele nieuwe woonplekken gerealiseerd. De eenvormigheid van de architectuur en de grootschalige opzet van deze uitbreiding geven dit deel van Amsterdam een eigen allure.

Het stadsbestuur begint ook met een eigen kunstbeleid en verbetert de arbeidsvoorwaarden voor het gemeentepersoneel. Amsterdam is in deze tijd een proeftuin voor de verzorgingsstaat, waar Nederland in de tweede helft van de twintigste eeuw bekend om zal worden.

De crisis

Na de Beurskrach van 1929 in New York breekt een wereldwijde economische crisis uit. Ook de Amsterdammers worden hard geraakt. Tienduizenden mensen raken hun baan kwijt en moeten zichzelf en hun gezinnen in leven houden met een kleine uitkering, de ‘Steun’. In 1935, op het dieptepunt van de crisis, zijn er ongeveer 60.000 werklozen in Amsterdam. Het stadsbestuur stelt speciale werkverschaffingsprojecten in. Het grootste en meest bekende project is het ‘Boschplan’: de aanleg van een natuur- en recreatieterrein aan de zuidrand van de stad. Tussen 1934 en 1940 werken zo’n 20.000 werklozen aan de aanleg van het Amsterdamse Bos

Met het Plan Zuid blijkt de woningnood in Amsterdam, zeker op langere termijn, nog steeds niet van de baan. Een grootse serie stadsuitbreidingen moest Amsterdam klaar maken voor het jaar 2000. In 1934 ontwikkelt de stad met een ambitieus woningbouwproject: het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP), dat grotendeels na de Tweede Wereldoorlog werd uitgevoerd.

Het eind van de negentiende eeuw maakt amsterdam een flinke spurt, niet alleen economisch en industrieel, maar vooral ook maatschappelijk. De samenleving wordt langzamerhand minder hiërarchisch, met de opkomst van het socialisme. De vorm van de stad verandert misschien wel het meest. De stadsuitbreidingen geven Amsterdam de schaal en omvang die het voor het grootste deel van de twintigste eeuw houdt