Bingo! Wat we in de kamer aantroffen was te gek! We werden helemaal wild en stoven uiteen. De spullen waren nog niet eens ingepakt. Luid roepend rapporteerden we aan elkaar wat we zagen: een Donald Duck Winterboek! Handdoeken! Hé, wat stom waarom krijgen we die? Dat is nou nog eens echt een belachelijk cadeau om te krijgen! Wauw: een goocheldoos! Troeliewoelies! Een Dardabaan! Een Pingpong set! Opgetogen inspecteerden we onze cadeaus nader. Het Donald Duck boek was al zeker voor de helft gescand door mijn zus.

Maar het kindergeluk was van korte duur. Wat hoorden we nu? We ontwaarden het geluid van de motor van onze auto die de oprit opreed. Dat betekende dat onze ouders binnen 3 minuten bij de achterdeur zouden zijn. Klaar om ons te betrappen als we niet snel de mission zouden aborten. Onze oudere broer had een simpele oplossing. Hij hoefde niets te doen. Het deelde doodleuk mee dat alleen wij een probleem hadden. Wij hadden immers de sleutel in het sleutelgat gestoken, de deur geopend en logischerwijs de hele misdaad gepleegd. Tijdsnood maakte uitgebreid ruzie maken tot een onaantrekkelijke keuze.

Tegelijkertijd dook een prangend vraagstuk op: was de lamp nou aan, of uit geweest toen we binnenkwamen? Je zou zeggen ‘uit’, want waarom zinloos een lamp aanzetten van een schatkamer die op slot is ? Maar, onze ouders zouden ook heel sluw geweest kunnen zijn en de lamp hebben aangelaten als een soort van boobytrap. Ieder mens zet als het goed is uit automatisme de lamp uit van een kamer die hij verlaat. Dus door het omgekeerde te doen en de lamp aan te laten, zouden onze ouders weten of we binnen waren geweest. Iets in die trant redeneerden we (ik denk achteraf dat we iets teveel Mickey Mouse detectives hadden gelezen in de Donald Duck).

Tja. Wat nu te doen? Welke optie is het meest logisch? ‘AAN’ riep zus, ‘UIT’ schreeuwde broer. Of andersom. Het was toen al onduidelijk wat de juiste keuze was. In paniek – we hoorden de ouders al het pad naar de achterdeur bewandelen – renden we één voor één de studeerkamer uit, geen eendrachtige beslissing nemende. Beter gezegd: er werd überhaupt geen beslissing genomen. We haastten ons naar beneden om te doen of we al die tijd op de bank braaf een boekje hadden gelezen.

Dit voor ons toch wel onnatuurlijke gedrag had onze misdaad al kunnen weg gegeven, maar onze ouders waren al direct bij aankomst van onze inbraak op de hoogte geweest toen ze het verlichte raam van de studeerkamer hadden gezien. Ze zetten de boodschappen weg en vroegen ons of we de Sinterklaascadeaus al hadden ontdekt. "Ehh… nee hoor, hoe kwamen ze daar nu toch bij?”De lamp die nog aanstond had ons de das omgedaan. We waren er gloeiend bij.

Onze ouders kwamen met een passende straf op de proppen. We zouden nu, deze avond, Sinterklaas ‘vieren’. We moesten alle cadeaus uitpakken en op 5 december was er geen pakjesavond meer in huize Caris. Voor onze ouders was de lol er namelijk wel van af. We huilden krokodillentranen: iedereen zou op 5 december gezellig Sinterklaasavond vieren en wij niet. Het was normaal gesproken één van de leukste avonden van het jaar. Cadeaus uitpakken, snoep eten en een leuke film kijken. Dat zou dit jaar allemaal niet doorgaan. Hm, was Sinterklaasavond nou meer dan alleen maar cadeaus krijgen?

Toen we op 5 december de handdoeken uitpakten, bleken dit badjassen te zijn. Dat was dan ook de enige verrassing die avond. De daarop volgende jaren hebben we de verstopplaats maar met rust gelaten.