Op de afbeelding zien we een schilderij door George Hendrik Breitner uit 1898 van een regenachtige Dam, waar het begin- en eindpunt was van diverse lijnen van de paardentram. Hoewel deze voorstelling mogelijk nostalgisch aandoet, werd de paardentram ervaren als traag, te onregelmatig rijdend en duur. Daarentegen was er na de eeuwwisseling veel tevredenheid onder de reizigers over de beduidend snellere elektrische trams van de Gemeentetram, het gestaag uitbreidend lijnennet en een vaste dienstregeling. Meer informatie