Bij Framer Framed in de Tolhuistuin zijn de resultaten te zien van de samenwerking tussen inloophuis Makom en de Amsterdamse kunstscene. artBRUUT wil het werk van talentvolle dak- en thuisloze kunstenaars exposeren binnen de gevestigde kunstwereld. Zonder sociaal stempeltje dus.
artBRUUT
Zelfportret met sleutelgat
Niet alleen de inhoud van de tentoonstelling is bijzonder, ook de vorm. Eddie the Eagle Museum cureerde de expositie, waar de kunst niet (alleen) aan de muur hangt. Vrijwilligers lopen heen en weer met de werken, terwijl het publiek op een tribune zit. artBRUUT is geïnitieerd is door Niki Veeger en Laura van de Ven. De titel is een woordspeling op Art brut, de naam van een genre in de schilderkunst: werk van -meestal autodidactische - kunstenaars, die de regels van de conventionele kunstwereld negeren of afwijzen. Buiten alle stromingen om ontwikkelen ze hun eigen vorm en thematiek. Het wordt ook wel outsiderkunst genoemd. De makers staan vaak letterlijk buiten de maatschappij: in psychiatrische inrichtingen, gevangenissen of, zoals de kunstenaars van Makom, levend op straat.
Makom kunstenaars
Makom is één van de inloophuizen voor dak- en thuislozen van De Regenboog Groep. Er wordt al jaren kunst gemaakt, maar slechts weinig mensen krijgen die te zien. Niki en Laura besloten na een gesprek met iemand van de Regenboog een serie workshops te organiseren. De 'Makom kunstenaars' werden aan tien Amsterdamse kunstenaars gekoppeld. Tijdens de opening op zaterdag 24 februari spreek ik Sam Drukker, een van de kunstenaars die een workshop gaven. Het was een bijzondere ervaring, vertelde hij. Hij wilde hen zelfportretten laten schilderen op gebruikt hout.. Drukker werkt zelf ook op materiaal dat hij op straat vindt. “Zij leven op straat, het leek me mooi hen iets van de straat mee te laten nemen om op te schilderen.”
Niet langer dan tien minuten introductie geven, kreeg hij te horen. Sam besloot die tien minuten te besteden aan een uitleg over de toon van een schilderij, het verschil tussen licht en donker, als ze in een spiegel naar hun gezicht keken. Hij heeft net een portret van een van zijn leerlingen gekocht, die dat heel nauwgezet gedaan heeft. “Maar er waren er ook die na de uitleg gewoon gingen doen waar ze zelf zin in hadden”.
Stralenkrans
Jacques Vedel du Boisbaudry heeft zichzelf geschilderd met een roze en gouden stralenkrans. De ondergrond is oud kastdeurtje, met rechts van zijn gezicht een sleutelgat.
Jacques, die in 1979 geboren is in Louedeac, Bretagne, woont in het Beatrixpark. “Zelfs nu, met dit weer?” vraag ik. “Ja, ik houd van de natuur” zegt hij met een brede lach met bruine tanden. Zijn tentje zet hij iedere avond op en hij breekt het ’s ochtends weer af. “Dat is beter voor de natuur, die kan dan ademen”. Op zijn oude mobieltje toont hij me foto’s van zijn tent. Hij staat meestal dicht bij het klooster in het park. Dat voelt veilig. Jacques is gelovig - “een universeel geloof” – en gelukkig. Het lot heeft hem zes jaar geleden naar Amsterdam gebracht. Hij houdt van de stad. Bijna dagelijks komt hij in Makom. Hij speelt dwarsfluit in de Makom band, die ook optreedt op de opening.
Terwijl Jacques en ik praten, begint de blinde veiling van zes volledig ingepakte kunstwerken. Het getuigt misschien niet van veel fiducie in de talenten van de kunstenaars, maar wel van vertrouwen in de welwillendheid van het publiek. Het werk gaat, na summiere aanduidingen als “dit ziet er nogal Afrikaans uit”, grif van de hand. Ook de geëxposeerde werken zijn te koop en de opbrengst gaat naar de kunstsuite in inloophuis Makom.
Het Amsterdam Museum heeft besloten om het zelfportret van Jacques op te nemen in de collectie. Het is een mooi voorbeeld van art brut en een interessant resultaat van het bij elkaar komen van twee Amsterdamse werelden: die van de daklozen en die van de kunst.
Nog te zien tot 1 februari 2015 bij Framer Framed in de Tolhuistuin,
IJpromenade 2 (naast Eye)
Op 1 februari 2015 om 14 uur is er een lezing van Gerard Lemos over de bijdrage van outsiders aan de hedendaagse kunst.
53 keer bekeken