In het Joods Historisch Museum is tot en met 5 mei 2013 de aantrekkelijke tentoonstelling Lekker joods – een wereld op tafel te zien. De bijbehorende publicatie Lekker joods gaat uitgebreider in op de geschiedenis van de Nederlands-joodse keuken en bevat een veertigtal recepten. Hierin staat ook een foto van deze aquarel van het Amsterdam Museum: Vis- en zuurverkopers: De Amsterdamsche waage van Lotje en Abram op Marke uit 1806.
#020today: Lotje+Abram
Verhaal achter aquarel in Lekker joods
Lotje en Abram woonden op Marken, ook Valkenburg genoemd, nabij het Waterlooplein. Marken was toentertijd een buurt omgeven door water, waarvan de naam voortleeft in de namen Markenhoven, een parkeergarage aan de Valkenburgerstraat, en het Markenplein, een pleintje verscholen achter de Filmacademie, dat zo heet sinds 1997. Het nam de naam over van het oorspronkelijke Markenplein dat in 1968, evenals de Markensteeg, zijn naam had moeten afstaan aan het Mr. Visserplein.
Het toeval wil dat onlangs een standaardwerk over straatverkoop is verschenen, Straatverkopers in beeld – Tekeningen en prenten van Nederlandse kunstenaars circa 1540-1850 (Nijmegen, 2012), waarin de aquarel ook ter sprake komt. Auteur Leontine Buijnsters-Smets beschouwt de maker ervan, Christoffel Meijer (1776-1813), als een specialist in het tekenen en etsen van venters, met name van levensmiddelen. Hierbij ging het onder andere om tekeningen van "zeer armoedige straatverkopers". De auteur plaatst dit hieronder in zijn tijd:
“Door werkloosheid en hoge sterfte onder de stedelijke bevolking, door hoge Franse belastingen en invoering van het continentaal stelsel is het economisch gesproken omstreeks 1800 een tijd van bittere armoede. Hoewel geen van deze begin 19de-eeuwse leurdersvoorstellingen expliciet een sociale aanklacht ventileert, zoals aan het eind van die eeuw de politiek tekenaar Albert Hahn deed, schemert er soms in meerdere of mindere mate toch iets door van de navrante sociale realiteit. Met name verschillende leurdersprenten van Christoffel Meijer zijn moeilijk los te zien van het gegeven dat Amsterdam en Rotterdam in zijn tijd broeinesten waren van pauperisme.
Zijn tekening uit 1806, De Amsterdamsche waage van Lotje en Abram op Marke, sluit daarop aan. Die tekst staat op een kruikar, voortgeduwd door een man met voorschoot, terwijl een ander ernaast loopt met een blad. Het zijn vis- en zuurverkopers, die in hun potjes en tonnetjes van alles meevoeren. Marken was met Uilenburg één van de eilanden die in 1593 bij Amsterdam ontstonden door het graven van twee grachten, parallel aan de Oudeschans en bestemd voor scheepstimmerwerven. In de 17de eeuw verplaatste men die werven en nog later werd Marken woonplaats voor uit het Oosten gevluchte arme Joden. Door de toenemende overbevolking werd hun woontoestand zo erbarmelijk dat het gemeentebestuur uiteindelijk moest ingrijpen.”
Dat ‘uiteindelijk’ kwam duidelijk te laat voor Lotje en Abram. Het heeft met name betrekking op de sanering van Marken na 1926, waarbij sloppen en krotten werden gesloopt en veel arme joden vooral verhuisden naar nieuwbouw in Amsterdam-Oost.
Klikt hier voor meer informatie over de aquarel.
14 keer bekeken