Facing Up to the Past, georganiseerd door het Prins Claus Fonds en MAFB was een van de meest bijzondere evenementen van de vele herdenkingen in deze maanden. Op donderdag 11 juli presenteerden jonge Nederlandse ontwerpers, met roots elders in de wereld, de relatie tussen mode en slavernij afgewisseld met korte lezingen van Professor Sir Hilary Beckles en Professor Dr. Susan Legêne.
olifant op de catwalk
Modeshow en lezingen over slavernijgeschiedenis
Midden op het toneel van het Bijlmer Parktheater was een catwalk gecreëerd en de ontwerpers introduceerden het verhaal van hun collecties via het scherm. De zaal zat vol met een overwegend zwart en zeer goedgekleed publiek. De collectie van Uzuri Couture ontworpen door Audrey Ngo Mbog, geboren in Kameroen, heet Loose Chains. Voor de show begon verscheen haar statement op het scherm “I wear the colours of my land. I will no longer let the past determine me. I am a queen, rebuilding my castle'. Audrey vermengt ‘Afrikaanse’ print met hedendaagse Westerse esthetiek en vormgeving. (Deze prints worden vaak Afrikaans genoemd maar ze komen (deels) uit de Vliscofabriek in Helmond. Met haar collectie vertelt zij het verhaal van de geëmancipeerde, sterke, zwarte vrouw, die haar afkomst en vrouwelijkheid omarmt en zich bevrijdt van de lichamelijke maar vooral ook mentale slavernij.
Verontschuldigingen en herstelbetalingen
Professor Sir Hilary Beckles is verbonden aan de University of the West Indies in Barbados. Hij analyseerde het discours over slavernij zoals dat in Europa onder academici gevoerd wordt, waarin woorden als freedom, reconciliation, empowerment, development, forgiveness and equality het vocabulaire bepalen. Maar het woord waar iedereen omheen loopt reparations (herstelbetalingen) is the elephant in the room, een mooie Engelse uitdrukking voor een onderwerp dat zo groot is dat mensen ervoor kiezen om het er maar liever niet over te hebben. Hij sprak over de slavenforten langs de kusten van Afrika, de grootste gebouwen op het continent die de materiële erfenis zijn van de Trans-Atlantische slavenhandel. Hij toonde de beelden die gecreëerd zijn in het Caribische gebied om de bevrijding uit de slavernij te herdenken, met veel verbroken ketenen, maar ook liet hij voorbeelden zien van de 20ste eeuwse racistische verbeelding zoals Kuifje gedragen door vier zwarten met dikke rode lippen.
Na de verontschuldigingen die de Amerikaanse senaat in 2009 aanbood voor slavernij verscheen een cartoon in de krant met een witte man met een zware bal met slave reparations erop. Hij zegt “But my ancestors came to America in 1900”. Tegenover hem staat een enorme zwarte man met zweep en in de tekstballon: “Shut up and write the check white boy". Volgens Beckles zal het thema reparations het thema van de 21ste eeuw worden. “Dat klopt” zegt mijn mooie, prachtig geklede buurvrouw.
Independentia
De uit Curaçao afkomstige ontwerper Michelangelo Winklaar toont zijn laatste collectie 'Independentia'. Winklaar maakt sculpturen van kleding in verschillende lagen waarin hij de empowerment van de vrouw tot uiting wil brengen. Hij had de ketenen zeer letterlijk genomen. Zijn hooggehakte modellen verschenen met ketenen op de catwalk, maar die wekten in combinatie met de zeer verleidelijke kleding eerder associaties met sm dan met slavernij. Het laatste model droeg een bos sleutels en toen de modellen weer samen met Winklaar op de catwalk verschenen hadden ze hun ketenen afgeworpen.
Het weefstel van de stad
Professor Dr. Susan Legêne, historicus en hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, ging in op het koloniale verleden van Amsterdam. Aan de hand van het paneel op de Gouden Koets waarin de inwoners van de koloniën hun gaven aanbieden aan Nederland analyseerde ze de kleding en lichaamstaal van de figuren op het paneel. “Dress is an extension of personality” . Dat geldt voor koopman, de koningin en voor de Javaanse man met batikomslagdoek en gebogen hoofd. Legêne sprak over de fabric van de stad, het weefsel van de stad, en toonde de kaart met de Amsterdamse slaveneigenaren die in 1863 bij de afschaffing een compensatie kregen van 300 gulden per slaaf. Voor het publiek in het Bijlmerparktheater is dit nieuw en mensen reageren verrast.
In combinatie met de mooie beelden van marrontextiel lijkt die google kaart ineens een patroon met een boodschap die voor de goede verstaander net zo duidelijk is als de boodschappen die geborduurd zijn op de marronstoffen: Amsterdammers waren nauw betrokken bij slavernij. En uit de door het Amsterdam Museum verzamelde beelden en verhalen over de kleding die bezoekers van het Oosterpark droegen op 1 juli bleek ook weer hoe het slavernijverleden ook in mode doorwerkt.
“Not a nice thing”
De laatste presentatie was van Gary Symor. Hij woonde in Suriname totdat hij in 1998 een beurs voor Nederland kreeg. In zijn collectie ' Floating Attraction' verwijst hij naar de metamorfose die mensen in slavernij ondergaan, en de hoop op het einde van het onrecht. Door de technische details in zijn kleding wil hij vrouwen een krachtige en mystieke uitstraling geven. Zijn eerste model droeg een spectaculaire kraag gemaakt van hout. In de Q&A met Prins Claus directeur Christa Meindersma zegt hij dat hij niet dagelijks leeft met slavernij. “It was not a nice thing, it shouldn’t have happened, but it has brought me where I am now”.
De opzet van het evenement is gebaseerd op de publicatie van het Prins Claus Fonds 'Facing Up the Past: Perspectives on the Commemoration of Slavery from Africa, the Americas and Europe' over de wijze waarop de geschiedenis van de slavenhandel en de slavernij wordt herdacht als onderdeel van de nationale identiteit van de continenten Afrika, Amerika en Europa die door deze handelserfenis met elkaar zijn verbonden. Dat boek is inmiddels uitverkocht. Ik sprak Christa Meindersma even na afloop. Hopelijk komt er een pdfversie van de publicatie. Zij was enthousiast over de presentatie en over het Bijlmerparktheater. “We moeten vaker de grachtengordel uit”.
Later raak ik aan de praat met Lizette Pinas, naar aanleiding van haar ceintuur met kaurischelpen. Papamoney noemt ze de schelpen, die in de 17de en 18de eeuw gebruikt werden om te ruilen tegen tot slaaf gemaakte Afrikanen. Weer een mooi voorbeeld van de verwevenheid van mode en slavernij.
20 keer bekeken