Er is een klein werkje uit het oeuvre van Jacob dat mij heel nieuwsgierig maakt. Helaas zal ik nog even nieuwsgierig moeten blijven; het is niet tentoongesteld maar het krijgt wel alle aandacht in de catalogus. Het is een klein paneeltje – voorheen onderdeel van een drieluik – met de weergave van de Heilige Anna, de Maagd Maria en het Christuskind. Een zogenaamde Anna-te-Drieën. Het draagt een diepere betekenis in zich.
Rond 1500 is de Heilige Anna, de moeder van Maria, bijzonder populair. In de laatmiddeleeuwse maatschappij is er een steeds groter wordende rol voor het gezin en het individu weggelegd. Anna spreekt daarom zeer tot de verbeelding. Ze is een sterke vrouw met een groot nageslacht.
Aanvankelijk wil het niet zo vlotten met de kinderen. Door goddelijke ingeving worden Anna en haar man Joachim pas op hoge leeftijd gezegend met een dochter. Maar daar blijft het niet bij. Er volgen nog twee huwelijken. Uit alle drie de verbintenissen wordt een Maria geboren. Anna’s kindskinderen groeien uit tot de groep van twaalf apostelen. Verreweg het beroemdste kleinkind, uit haar eerste huwelijk, is Christus.
Anna wordt veelal uitgebeeld aan het hoofd van haar omvangrijke familie; de zogenaamde ‘Heilige Maagschap’. Daarnaast wordt zij, eerst staand en later zittend, voorgesteld met een jeugdige Maria op de arm, die op haar beurt het Christuskind op schoot heeft.
Dit familiekransje heeft een diepere betekenis. Het draagt een leerstuk van de Katholieke kerk uit dat pas in 1854 door Paus Pius IX officieel erkend zal worden; de Onbevlekte Ontvangenis. Maria moest onbezoedeld zijn omdat zij uitverkoren was om Christus’ menswording te bewerkstelligen. Als enige is zij vrij van erfzonde; Maria is verwekt zonder begeerte.
Ik houd van de, al dan niet verborgen, symboliek in laatmiddeleeuwse religieuze voorstellingen en ben geboeid geraakt door de verhalen die zonder woorden verteld worden. Een beeldtaal die iedereen verstond maar die nu grotendeels verloren is gegaan.
Hoewel ik mijn hart op kan halen aan de vaak drukbevolkte en rijk geïllustreerde werken van eveneens drie generaties Van Oostsanen, spreekt dit werkje mij vooral aan door haar eenvoud, door de rust die ervan uitgaat. En door de kracht. Anna als een eeuwenoude eik, stevig geworteld in de aarde en als haar jonge loten een allerliefst Mariaatje en een schattig klein Christuskindje. Het zit wel goed met Christus’ stamboom langs de vrouwelijke lijn.
En wie raakt er nu niet vertederd door de aanblik van dit heilige drietal? Ik in ieder geval wel.
___
De ‘Heilige Anna-te-drieën’ is helaas niet te zien op de tentoonstelling. Wil je toch meer weten? In de catalogus wordt uitgebreid aandacht besteed aan het werk.